Blog - Scheepvaart
Interview: Sjaak Oudakker, Oudcomb B.V.
Op bezoek bij Oudcomb B.V.
Door: Redactie SAA Verzekeringen | juli 2020 | Leestijd: 4 minuten
Els Oosse en Marlon Gerretzen, onze maritieme specialisten, bezochten onlangs Sjaak Oudakker van Oudcomb om zijn laatste schip ‘Oranje Nassau VI’: een roestvrijstalen tanker, te bewonderen.
De relatie tussen SAA Overvliet en Oudcomb gaat al vele jaren terug. Voorbereidend op het bezoek dook Els het archief in. Precies 28 jaar geleden tekenden Sr. en Jr. Oudakker het contract om de ‘Oranje Nassau’ via ons te verzekeren. In de afgelopen 28 jaar heeft de familie Oudakker natuurlijk niet stilgestaan. Wij zijn dan ook erg benieuwd hoe Sjaak Oudakker zijn nieuwe concept ‘Oranje Nassau V & VI’ tot stand is gekomen en hoe hij omgaat met de verduurzaming in de binnenvaart.
Het schip op papier
We staan hier in de portocabine op de werf waar de bouwtekeningen aan de muur hangen van de ‘Oranje Nassau V & VI’. Hoe is dit ontwerp tot stand gekomen?
Sjaak Oudakker vertelt hier vol passie over: “Normaliter ga je met bepaalde eisen naar een tekenbureau, waar vervolgens een ontwerp uitrolt met het benodigde gewicht aan ijzer. Dit keer wilde ik het eens andersom doen. Ik ben naar het tekenbureau ‘SB Shipbuiliding Solutions’ gegaan. Ik vertelde ze dat ik een schip van 14 meter breed wil en dat het ijzer dat hiervoor nodig is niet meer mag wegen dan 1050 ton staal. Deze manier van werken is niet standaard. Het tekenbureau moest hier dus goed over nadenken. Al snel kwamen ze bij mij terug dat ze dit zien als een mooie uitdaging. De eerste stap is hiermee gezet.”
De rondleiding op het schip
“Over de inrichting is nagedacht. Aangezien de bemanning hier net zo veel is als thuis, zijn ook gemak en comfort meegenomen in het ontwerp.”
Sjaak Oudakker en zijn neef Rob Oudakker, die als kapitein op het schip gaat varen, geven een rondleiding: “Aan het gezamenlijke woongedeelte en andere vertrekken wordt nog hard gewerkt. De bemanningsleden willen we privacy en rust gunnen. Alle slaapvertrekken zijn daarom voorzien van een eigen badkamer, toilet en goed geluidsisolerende wanden. De woonkamer is onder andere voorzien van een moderne keuken met eiland en een sfeervolle zithoek voor iedereen”, aldus Sjaak Oudakker. Ook wij zien dat hier aan alle details is gedacht. Gekscherend beweert Rob Oudakker met een knipoog: “Ook hier zijn de 75-inch-televisie en Xbox heel belangrijk!”
Aangezien Rob Oudakker de kapitein wordt aan boord, zal hij voornamelijk te vinden zijn in de stuurhut: “Zoals je ziet wordt ook hier nog hard gewerkt om de stuurhut in te richten. De hoeveelheid zichtbare kabels is nu dan ook niet te missen. Aan boord van dit schip zijn er ongeveer 35 kilometer aan kabels getrokken. Het schip wordt ook voorzien van een zogeheten track-pilot, waarmee men in de toekomst semiautonoom kan varen.” “Nee, Rob je mag nog niet naar huis”, lacht Sjaak Oudakker.
En het eindresultaat mag er wezen...
Duurzaam varen
Hoe is het duurzaamheidsaspect meegenomen in het ontwerp?
“Nadat de bouwtekeningen zijn gemaakt, zijn we gaan nadenken over de tweede stap: de voortstuwing. We willen met deze schepen schoner, milieuvriendelijker en efficiënter gaan varen. We zijn dus op zoek gegaan naar een alternatieve aandrijving. Na vele gesprekken ben ik samen met het bedrijf Veth Propulsion gekomen op een nieuw aandrijvingssysteem: de L-drive met geïntegreerde elektromotor. Op dit schip zijn hiervan maar liefst drie geplaatst. De L-drive heeft zijn voordelen: een lagere inbouwhoogte, een hogere efficiency en minder bewegende delen. We verwachten hier nog een hoger rendement uit te halen door een optimale scheepsvorm waarbij de tunnels geheel zijn verdwenen. Met dit complete ontwerp zijn wij ook breder inzetbaar, bijvoorbeeld tijdens een laagwaterperiode.”
“Kortom, dit schip, maar ook de Oranje Nassau V, worden elektrisch aangedreven. Dit biedt de mogelijkheid om met alternatieve brandstoffen, waterstof en/of accu’s in combinatie met elkaar, aandrijving te realiseren die bijdraagt aan de verduurzaming van de binnenvaart.”
“Als je wat innovatiefs bedenkt loop je tegen van alles aan, zoals wet en regelgeving.”
“Laten we eens kijken in de machinekamer. Volgens de wet is de machinekamer de ruimte waar de motor staat, maar zoals jullie zien is de ruimte vrij leeg. Het idee was om 300 Tesla-accu’s in de machinekamer te plaatsen, zodat wij in bepaalde zones emissievrij kunnen varen. Helaas loopt de wet en regelgeving ver achter op deze technieken. Accu’s die al toegepast worden bij droge ladingschepen zijn in de tankvaart nog niet toegestaan. Het is een langdurig proces tussen klassenbureaus, ontwerpbureaus en andere instanties om dit te realiseren. Voor waterstof geldt hetzelfde. Ook dat mogen wij hier nog niet toepassen. Het concept is goed, maar we zijn net iets te vroeg. De voorbereidingen hebben we maar alvast getroffen.”
Hoe zit het eigenlijk met de brandveiligheid van deze accu’s?
“Onder deze lege ruimte, waar wij de accu’s willen plaatsen, zit een watertank die we kunnen laten vollopen. Accu’s zijn namelijk niet te blussen. Om dit te ondervangen hebben we de inhoud van de tank laten berekenen. Mocht het misgaan met de accu’s, dan vallen deze in de juiste hoeveelheid water en worden ze op deze manier alsnog geblust”.
Els Ossee (Sr. Accountmanager buitendienst, SAA Overvliet) , Sjaak Oudakker (eigenaar Oudcomb B.V.) , Marlon Gerretzen (Accountmanager binnendienst, SAA Overvliet), Rob Oudakker (Kaptein Oranje Nassau VI)
Wat voor innoverende technieken worden er nog meer toegepast?
“Het schip wordt aangedreven door drie dieselgeneratoren, geleverd door Koedood, die in de machinekamers op het voorschip staan. Het innovatieve hieraan is dat deze op verschillende toerentallen/vermogens kunnen draaien zonder dat de voltage daalt. Deze generatoren kunnen aan elkaar gekoppeld worden om een grote stroombom te creëren. Deze stroom wordt vervolgens voor alles gebruikt: het aandrijven van de L-drives op het achterschip, de ladingpompen, het licht, de keuken en de badkamers. We hebben veel minder vermogen geïnstalleerd en krijgen hier meer flexibiliteit voor terug. Nu de motoren op één plaats bij elkaar staan, geeft ons dit in de toekomst ruimte om te schakelen naar andere technieken”.